Ruimtelijke oriëntatie
Kinderen zijn bezig met ruimtelijke oriëntatie als ze proberen de ruimte om hen heen te verkennen, te onderzoeken, te benoemen en te begrijpen. Al op zeer jonge leeftijd zijn kinderen bezig met hun plaats in de ruimte om hen heen. ‘ik zit naast Benthe’ ‘juffrouw zit tegenover mij’. En ook de plaats van andere dingen komt in de aandacht. ‘Het toilet is op de gang’. ‘Dan moet ik door de deur naar de gang’. Later komt een plattegrond in beeld, en nog later landkaarten.
Een belangrijke voorwaarde voor ruimtelijke oriëntatie is de lichaamsoriëntatie.
Hoe beweegt mijn lichaam door de ruimte, hoe ver moet ik mijn arm strekken om de deurklink te pakken, en stap naar achter de deur komt naar mij toe e.d.
Ruimtelijke oriëntatie is een basisvaardigheid die faciliterend is voor zowel praktische vaardigheden thuis als ook voor schoolvaardigheden.
Ruimtelijk oriëntatie gebruik je bij:
- oriënteren in de ruimte
- lichaamsbesef
- links/rechts oriëntatie
- aankleden
- puzzelen
- bouwen
- schrijven
- rekenen
- topografie
- wiskunde
Wanneer een kind moeite heeft met zijn ruimtelijke oriëntatie is dit te trainen. Spelenderwijs leert het kind ontdekken hoe het zelf beweegt in de ruimte. Hierbij komen tevens de begrippen bij kijken zoals van boven-onder, links-rechts etc. Hoe leuk is dit om dit allemaal te leren op bijvoorbeeld een schommel. Aan tafel heb ik ook allemaal uitdagende spellen om de ruimtelijke oriëntatie verder te stimuleren.
Al gaan we meer oefenen naar de schoolse vaardigheden gaan we aan de slag met het schrijven, rekenen en zelfs het gebruik van een passer, driehoek of het goed inrichten van je schrijfwerk in je schrift komt aan bod.
Afgestemd op de hulpvraag en de leeftijd van het kind train ik die vaardigheden die kind nodig heeft om weer een stapje verder te komen in zijn ontwikkeling en zelfvertrouwen.